LENTE volgens Jaap Voigt

Wat gedurende de winter in je binnenwereld is opgebouwd,
kan nu naar buiten:
de expansieperiode van het jaar neemt een aanvang.
DE LENTE is één en al ontwaken en openbarsten. Het is de dageraad van het jaar, nieuw en fris en vol beloften.
Maar dit ontwaken gaat niet zonder slag of stoot; het is ook een worsteling. Dat wat opkomt, is nog kwetsbaar en kan gemakkelijk gestoord, of zelfs vernietigd worden.
De grootste aandacht dient daarom gericht te zijn op verdere worteling en vanuit die worteling op een groei naar buiten, die de eerste vormen voortbrengt. Hierbij werken de uiterlijke omstandigheden en de innerlijke menselijke staat van zijn soms mee, soms tegen.
Als het leven werkelijk vorm krijgt, is dat een reden tot dankbaarheid.
In de lente komt steeds meer vitale energie vrij die zich een weg naar buiten baant en een vorm zoekt. Die vitale energie dient wel onder controle gehouden te worden en mag geen losgeslagen eigen leven gaan leiden. Het gaat over een vanzelfsprekende ontvouwing naar buiten van hetgeen er binnenin gegroeid is. Daarbij is dosering belangrijk: niet te snel en niet te langzaam, niet te hard en niet te zacht.
Aan het einde van de lente, als de vormen er zijn, kunnen zich eerste confrontaties met de buitenwereld voortdoen. Ook daarin gaat het over controle en dan vooral over het vaststellen en handhaven van de eigen grenzen. De kleuren komen terug, niet alleen buiten, ook in jezelf. Er valt weer van schoonheid te genieten.
Uit ‘Leven & werken in het ritme van de seizoenen’ van Jaap Voigt